Wat is correct: dat heb je dik verdiend of verdient?

Je hoort of leest het regelmatig: “Dat heb je dik verdiend!” Maar dan komt de twijfel. Moet het nou zijn: verdiend met een -d, of verdient met een -t? Het lijkt misschien een klein detail, maar het verschil is grammaticaal belangrijk. In dit artikel leggen we je helder en uitgebreid uit wat de juiste spelling is, waar de uitspraak vandaan komt, en waarom veel mensen de mist ingaan bij dit soort zinnen.

✔️ De juiste spelling: Dat heb je dik verdiend

De juiste vorm is: verdiend, met een -d.

Waarom? Omdat het hier gaat om een voltooid deelwoord. Je gebruikt het in een voltooide tijd, in dit geval de voltooide tegenwoordige tijd (perfectum):

Dat heb je dik verdiend.

(voltooide tijd van het werkwoord verdienen)

De werkwoordelijke tijd bestaat uit een hulpwerkwoord (heb) en een voltooid deelwoord (verdiend). In de regel eindigt het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden op -d of -t, afhankelijk van de klank. Voor verdienen is dat -d, want het stam-eindklankprincipe zegt: als de stam niet eindigt op een van de medeklinkers van ’t kofschip/x, schrijf je een -d.

Controle:

De stam van verdienen is verdien. De laatste letter is een n — en die zit niet in ‘t kofschip/x. Dus: schrijf -d. Daarom: verdiend.

❌ Fout: Dat heb je dik verdient

De vorm verdient (met een -t) is de tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van het werkwoord verdienen:

  • Jij verdient een compliment.
  • Hij verdient een applaus.

Maar in de uitdrukking “Dat heb je dik verdiend” gebruik je een andere tijd (de voltooide tijd), dus is verdient hier niet correct. Je zegt immers niet “Dat jij verdient”, maar “Dat jij iets hebt verdiend”.

Wat betekent “Dat heb je dik verdiend”?

De uitdrukking “Dat heb je dik verdiend” betekent dat iemand iets zeer terecht, meer dan verdiend, of volledig terecht krijgt. De toevoeging “dik” is hier een versterkend bijwoord, dat je vaker tegenkomt in informele spreektaal. Je kunt het vergelijken met uitdrukkingen als:

  • Dat was dik in orde.
  • Ze won dikke prijzen.
  • Hij kreeg dik applaus.

In deze context betekent dik dus niet letterlijk vet of groot, maar extra veel, ruimschoots, of volledig terecht.

Waar komt de uitdrukking vandaan?

De uitdrukking is niet officieel opgenomen in de meeste verklarende woordenboeken, maar komt voort uit informele spreektaal — typisch Nederlands, vaak ook gebruikt in straattaal of jongerentaal. Het gebruik van “dik” als versterkend woord is al tientallen jaren in omloop en zie je terug in allerlei contexten waarin iets in hoge mate of ruim voldoende gebeurt.

Waarschijnlijk is het versterkende gebruik van “dik” ontstaan uit het beeld dat iets groots of ‘zwaar’ (zoals een beloning) meer waarde heeft. Het is verwant aan het gebruik van “vet” als compliment in jongerentaal: “Dat was vet goed!”

Waarom is er zoveel verwarring over de spelling?

Er is vooral verwarring omdat verdient en verdiend qua uitspraak hetzelfde klinken. Ze zijn homofonen — woorden die hetzelfde klinken maar anders geschreven worden. En omdat we steeds vaker via gesproken taal leren of lezen (bijvoorbeeld via video’s, podcasts of straattaal), maken mensen sneller fouten bij het schrijven. Veel mensen schrijven op gevoel of klank, en dan gaat het bij werkwoordspelling vaak mis.

Daarnaast is het onderscheid tussen:

  • de vervoegde vorm van het werkwoord (verdient),
  • en het voltooid deelwoord (verdiend)

voor veel mensen lastig, vooral in samengestelde tijden zoals: je hebt iets gedaan, zij heeft gewonnen, ik heb geleerd — of dus: je hebt iets verdiend.

Lees ook onze voorgaande artikelen over:

Hoe voorkom je deze fout?

Een handige tip:

Let op of er een hulpwerkwoord in de zin staat, zoals heb, heeft, hebben.

Als dat zo is, gebruik je vrijwel altijd het voltooid deelwoord:

  • Je hebt geleerd → niet leert
  • Zij heeft gewonnen → niet wint
  • Jij hebt verdiend → niet verdient

Samenvatting

UitspraakJuist of foutVerklaring
Dat heb je dik verdiend✔️ JuistVoltooid deelwoord na hulpwerkwoord “heb”
Dat heb je dik verdient❌ FoutOnjuiste vorm van het werkwoord